Dromen, denken, durven, doen en doorgaan

Op 26 juni j.l. was de laatste bijeenkomst voor de concept participatieverordening van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Hiermee worden participatiemogelijkheden, waaronder uitdaagrecht, van een wettelijke basis voorzien. Deze verordening komt in de plaats van de huidige inspraakverordening. Dit opiniestuk is een iets uitgebreidere versie van de speech die ik aan het begin van deze bijeenkomst heb gegeven.

Dromen, denken, durven, doen en doorgaan

De participatieverordening van de gemeente Leidschendam-Voorburg waar de afgelopen periode hard aan gewerkt is door ambtenaren, politici en betrokken inwoners, lijkt een nieuwe ontwikkeling maar is eigenlijk slechts een volgende stap in het beter benutten van en omgaan met burgerparticipatie in onze gemeente. Er is al veel over burgerparticipatie geschreven in onze gemeente;

het eerste dat ik kon vinden over burgerparticipatie was de buurttender ‘Bovenveen’ in 2015/2016, een project dat ook weer snel afgesloten bleek te zijn door de gemeente maar waar de bewoners over meer doorzettingsvermogen blijken te beschikken en ‘Fenomeen Bovenveen’ nog steeds actief is.
In 2017 verscheen het boekje ‘Beter samenwerken met bewoners’ over burgerparticipatie in Park Sijtwende. Saillant detail, drie jaar later werden de ruim 850 handtekeningen van de petitie tegen het hondenhek in het park genegeerd.
In 2018 verscheen ‘Stappenplan: burgerparticipatiebeleid, co-creatie en co-productie. Naar een gedragen en voldragen Burgerparticipatiebeleid in Leidschendam-Voorburg.
Een jaar later gevolgd door; Startnotitie Kaders en randvoorwaarden Burgerparticipatie Leidschendam-Voorburg
In 2021 gevolgd door ‘Set afspraken rondom burgerparticipatie begin voor verdere samenwerking’.
Waarna in juli datzelfde jaar ‘De set afspraken ‘Burgerparticipatie in Leidschendam-Voorburg, van Positiviteit van 2 kanten naar Durven, doen, doorgaan!’ verscheen.

 

In werkelijk alle stukken komen dezelfde aanbevelingen naar voren, ik citeer uit de eerste set afspraken;

“Duidelijkheid, vroegtijdig betrekken, betrokkenheid, openheid, vertrouwen, eigenaarschap, regie, gelijkwaardigheid en transparantie als kernwaarden voor de samenwerking tussen bewoners en gemeente”.

Allemaal woorden die ook nu telkens weer tijdens de voorbereiding op de participatieverordening te horen zijn.

Aan de hand van de titel  ‘Durven, doen en doorgaan’ van de laatste set afspraken wil ik graag tonen hoe met deze woorden de stap van woorden naar daden gezet kan worden. Gelardeerd met voorbeelden waarin ook de BurgerKrachtCentrale dit voor zichzelf heeft opgepakt.

 

Om te beginnen is het rijtje ‘durven, doen en doorgaan’  incompleet want voor durven hoort eerst ‘dromen’ en vervolgens ‘denken’ te staan.

Dromen zorgen voor creativiteit en vernieuwing. Alles begint met dromen, maatschappelijke veranderingen al helemaal.

De BurgerKrachtCentrale pleit dan ook voor veel ruimte voor experimenten in de participatieverordening. Creatieve denkkracht is, naast een schat aan kennis van de lokale situatie, namelijk de grote meerwaarde van burgerkracht.

De BurgerKrachtCentrale geeft hierin ook zelf het goede voorbeeld door met originele en positieve initiatieven, burgerparticipatie op de kaart te zetten.

Bijvoorbeeld door de instelling van de eerste onderscheiding voor burgerparticipatie in Nederland, de Lodewijk van Vliet Award en het ‘steentje in de schoen’ dat wethouder Marcel Belt in ontvangst heeft genomen om bij elke stap, bij elk plan, herinnerd te worden aan het integreren van burgerparticipatie.

Denken is natuurlijk ook niet onverstandig bij burgerparticipatie. Mede daarom stelt de BurgerKrachtCentrale voor om de Leefbaarheids Effect Rapportage (LER)  in te voeren, de LER  die ontwikkeld is in Bezuidenhout en in de Appelgaarde ook hier haar nut al heeft bewezen. Als BKC dringen we erop aan dit instrument breed in te zetten en vragen we het college in navolging van het verzoek van de raad van maart 2022 werk te maken van het inpassen hiervan.

Durven, terecht dat dit in de titel van de laatste set afspraken staat. Het vergt moed om te veranderen. Dat geldt voor betrokken inwoners immers, zij hebben te maken met een veel machtiger partij dan zij zelf zijn. Gelukkig blijkt onze gemeente rijk te zijn aan burgerkracht!

Regelmatig is in de pers te lezen dat gemeenten overvallen worden door beleid van de rijksoverheid, daar moeten we als inwoners ook begrip voor opbrengen. Deze dynamiek is vaak dezelfde als actieve inwoners ervaren in hun samenwerking met de gemeente. Daar  geldt dus voor de gemeente de gulden leefregel ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet’.

Het vergt echter ook moed van ambtenaren, helemaal als er in de bestaande situatie weinig ruimte voor burgerparticipatie is. Daarom vragen we hier het management van de gemeente om nóg meer moed. Zij zullen immers moeten zorgen dat die ruimte er komt.

Burgerparticipatie zal echter de meeste moed vragen van de lokale politici. Het vraagt om meer transparantie en het beter inzichtelijk maken van de afwegingen die gemaakt zijn voor het gekozen beleid.

Het betere beleid, het toegenomen vertrouwen in de politiek én de versterking van de lokale democratie die dit met zich meebrengt, betaalt de investering in moed vervolgens dan in veelvoud terug.

 

Doen

Na de sprong in het diepe is het vervolgens ook gewoon hard werken om een en ander te realiseren. En al doende leert men, bijsturen kan altijd.

Ook de participatieverordening valt onder ‘doen’, de opzet hiervan zien we als positieve ontwikkeling van woorden naar doen.

Ook de BurgerKrachtCentrale is na haar oprichting gewoon gaan ‘doen’. Ze heeft zich ten doel gesteld haar kennis en netwerk in te zetten voor inwoners en initiatieven die zich met burgerparticipatie bezighouden. Tot nu toe is ondermeer ondersteuning gegeven aan inwoners uit de Appelgaarde, Westvlietweg, het Diaconessenhuis, het Emmastraatcomplex en het burgerinitiatief Vlietland.

 

Doorgaan

Een eerste stap in een andere richting zetten vraagt moed, maar échte verandering vraagt vooral tijd en natuurlijk zelfreflectie van alle partijen.

De meerwaarde van het betrekken van inwoners is ook het borgen van continuïteit, immers de meeste mensen zijn vrij honkvast terwijl voor veel  ambtenaren en al helemaal voor consultants geldt, dat zij minder lang gebonden zijn aan plek en project.

Doorgaan is meestal een proces van vallen en opstaan, een proces waarbij van fouten geleerd wordt, dus moeten we ook niet te bang zijn voor fouten, want uiteindelijk brengen ook deze ons verder.

Doorgaan is ook een proces waarin het soms flink kan schuren tussen verschillende partijen en ook daar moeten we ons gewoon op instellen omdat ook dat ons verder brengt.

Vanzelfsprekend is dit geen pleidooi voor slechte omgangsvormen met elkaar, maar dit is nou eenmaal inherent aan samenwerking door mensen met verschillende belangen en perspectieven. Wellicht klinkt dit niet aantrekkelijk maar uiteindelijk zullen de nieuwe inzichten en goede resultaten ook dit ruimschoots compenseren. Dit blijkt telkens weer uit de verhalen van projecten in andere steden waar burgerparticipatie écht omarmd is.

Deze participatieverordening is een belangrijke nieuwe stap in een spannend proces dat uiteindelijk ook gewoon leuk moet zijn en als het dat nog niet is moet worden.

Johan Huizinga introduceerde in 1938 ‘Homo Ludens’, de spelende mens, waar ons theater hier naar vernoemd is.

Laat Homo Ludens onze inspiratie zijn om op speelse wijze met burgerparticipatie om te gaan, als een kind met vallen en opstaan maar vol hoop op de toekomst gericht.

De BurgerKrachtCentrale wenst iedereen in onze gemeente die te maken heeft met burgerparticipatie en natuurlijk ook zichzelf, heel veel voldoening van geslaagde burgerparticipatie met om te beginnen een ambitieuze participatieverordening!

Annet Weijermars, voorzitter BurgerKrachtCentrale